Bij de diensten - Aanvangslied

Ik vraag me af of er religies zijn waarin niet op een of andere manier zang en muziek een rol speelt. In de kerk, in de synagoge en in de moskee wordt er gezongen. Boeddhisten en hindoeïsten zingen. En zo ver ik weet speelt in allerlei natuurreligies muziek ook een belangrijke rol. Zingen verbindt, net zoals religie (als het goed is) verbindt, zoals de Latijnse wortel religio (verbinden) suggereert. Bij het zingen stemmen we ons af op elkaar, op de muziek. We moeten rekening met elkaar houden, elkaar niet overschreeuwen en goed luisteren naar de muzikale begeleiding om zo tot een samenklank te komen waarin alle stemmen (de hoorbaren en de niet-hoorbaren) de ruimte krijgen.

Zo geven wij met het zingen vorm aan gemeenschap en aan godsdienst. Loven wij God met onze stemmen. Maar de liederen vormen ook ons in de dienst. Als u er eens op let, dan valt u op dat er niet elk willekeurig lied op elk moment in de dienst wordt gezongen. De orde van dienst, maar ook de liederen en de muziek helpen ons op de verschillende momenten in de dienst: om over de drempel te gaan en ons te concentreren op de dienst, om de dienst in een wijder kader van de wereldwijde zorgen en noden te plaatsen en God te loven als degene die voor alles en iedereen oog heeft, om de lezingen te ondersteunen of juist met een tegengeluid te doorbreken, om de dienst af te sluiten en voort te zetten op weg naar de dienst in de wereld.

Het eerste lied maakt de aftrap. Vaak wordt hier een psalm gezongen om de verbondenheid met Israël en Israëls muzikaal erfgoed te benadrukken. En als het goed is, is de intochtspsalm al een voorproefje op deze zondag. Op de 1e Advent zingen wij bijvoorbeeld vaak Psalm 25 (in een “oude” of nieuwere versie): Ad te, Domine, levavi – Tot U, Heer, hef ik mijn ziel op. Deze regel uit psalm 25 geeft deze zondag thematisch en inhoudelijk kleur en is de opmaat naar de Adventstijd. Juist in de Adventstijd reiken we uit en verlangen we naar God, naar de komst van Hem/Haar op aarde.

Het nieuwe liedboek kent ook mooie “neutrale” openingsliederen die woord en klank geven aan het begin van de dienst, maar niet het specifieke van die zondag benoemen. Alles kan en veel mag en afwisseling kan geen kwaad. Maar de waarde van de intochtspsalm moeten we niet vergeten.