Waar zou Jezus nu geboren worden?

We maken ons weer op om de Adventstijd in te gaan en straks kerstmis te vieren. Het feest van liefde en vrede. Het feest van het pasgeboren kind. Het kerstverhaal werkt vaak vertederend. Jezus die in een stal is geboren, bij arme ouders. We stellen ons voor dat het koud is in de nacht, maar wel knus tussen de dieren in de stal. De kribbe, de voederbak als wiegje is misschien niet het nieuwste van het nieuwste, maar degelijk en mooi. Wat voor gedachten en beelden hebben we bij het kerstverhaal? Welke romantiek roept het op?

We maken ons met z’n allen schuldig eraan dat we die romantiek van kerst in stand houden. We versterken het nog, door de kitsch waarmee we onze huizen versieren. De verhalen die we elkaar maar blijven vertellen. Over een engel die niet durft te zingen bijvoorbeeld en dan, door een lachje van het pasgeboren kindje (of iets dergelijks – het kinderkerstverhaal moet nog worden geschreven…), toch de sterren van de hemel gaat zingen. Ja, geweldige kerstromantiek bij het kinderkerstfeest, ik zie er al naar uit!

Ik en velen met mij, we maken ons schuldig aan die kerstromantiek. We laten ons verdoven door de kerstmuziek op de radio en de reclame van de winkels. Een mooie versierde boom in de huizen en in de kerk. Lichtjes in de ramen. Cadeaus onder de boom. Een nieuwe feestjurk. Nog even naar de kapper. Weken van tevoren bedenken wat je met kerst eet en welke wijn daarbij past. De hooggespannen sfeer om het vooral gezellig met elkaar te hebben.

Misschien hebben we die kerstromantiek wel een keer per jaar nodig. Ik wil er ook niet al te cynisch over doen. En zeker niet beweren dat ik er niet aan meedoe. U zou eens de kerstboom moeten zien die straks weer bij ons in de woonkamer staat. Eén en al goud en glitter! Maar ik vrees dat die kerstromantiek ons niet helpt om dichter bij het verhaal van de geboorte van Jezus te komen.

Ik moest van de week denken aan de kerst van 2015. In dat jaar kwamen er veel Syrische vluchtelingen naar Nederland en al die mensen – families, kinderen, vrouwen, mannen – werden om de zoveel dagen weer naar een andere sporthal of leegstaande locatie doorgeschoven. Een vriendin en collega van mij was toen bij de opvang betrokken, een paar dagen voor kerstmis. U kunt zich voorstellen, dat maakte enorme indruk en ze gaf er ook woorden aan in haar kerstnachtpreek. Ze zei toen: als Jezus nu geboren zou worden, dan zou hij niet in een kribbe liggen, maar in een reiswiegje naast een veldbed in een sporthal vol mensen die ver hebben gereisd om zich te laten registeren. Jezus als een vluchtelingenkind uit Syrië. Vind u dit gewaagd? Vind u zo’n uitspraak niet kunnen, zeker niet in een kerstnachtpreek? Dan geef ik u een ander beeld dat er niet voor onder doet. Ik dacht de laatste tijd: Als Jezus nu geboren zou worden, dan zou hij misschien in een couveuse in het Al Shifa-ziekenhuis in Gaza-Stad liggen. En dan nog eens gered door de evacuatie naar Egypte – wat een bijzondere parallel met het echte kerstverhaal.

Baby’s en kinderen – ze werken vertederend, ze roepen compassie op. Als hen iets wordt aangedaan, zoals het gevaar dat de elektriciteit uitvalt en daarmee de couveuses het leven van die pasgeboren baby’s niet meer kan redden, dan komt er een roep van verontwaardiging op. Daar kunnen we niet tegen. Of toch wel? Meer dan 5000 kinderen gedood in de Gazastrook door Israëlische bommen. Ja, er zijn ook Joodse kinderen gedood in deze vreselijke geweldsorgie. Maar ik kan er met mijn hoofd niet bij, dat we de dood van nog veel meer kinderen lijken te accepteren.

Jezus was een Joods kindje. Geboren in een Joods gezin. Hij is besneden. Zijn Heilige Schrift was het Eerste Testament, de Hebreeuwse Bijbel. En hij was geboren om Woord van God te zijn, te spreken namens de Hemel. Van vrede. Van geweldloosheid. Van kinderen in het midden. Van barmhartigheid en vergeving. Jezus was Gods Woord in het vlees, helemaal, zonder reserves. Hij liet ons zien hoe we moeten leven in vrede – dat is niet het leven van iemand afpakken, maar je leven geven voor een ander.

Waar zou hij vandaag geboren worden? Wat zou hij vandaag tegen ons zeggen? We worden ongetwijfeld vrolijker van onze kerstromantiek, van de oude, ongevaarlijke kerstverhalen, dan van wat hij vandaag tegen ons zou zeggen. En misschien hebben we die kerstwarmte ook nodig, is ons leven al koud genoeg.

Maar spreekt door ons kerstvieren ook zijn stem? De stem uit de hemel? Misschien als we heel goed proberen te luisteren door de woorden en beelden heen. Voorbij de romantiek die wij ervan hebben gemaakt. Misschien dat we dan iets horen van een ongehoorde geboorte, het schandaal dat God vlees is geworden, een medeschepsel met alle anderen schepselen. Eén met de kwetsbaren en onderdrukten. Dat God onder ons heeft geleefd, zijn liefde heeft gegeven, zich heeft opgeofferd uit liefde. Ons de ogen heeft geopend dat er in elk gezicht, in alle kinderogen iets van Gods vraag te zien is: de vraag om lief te hebben. Als we dat nou proberen, gewoon liefhebben over grenzen heen, misschien wordt het dan toch nog kerst. Ooit.