Bij de diensten - De Handdruk

Eigenlijk is het een wonderlijk gebaar: de ouderling van dienst die de predikant voor in de kerk een hand geeft. Een buitenstaander zou zich kunnen afvragen of ze elkaar die ochtend nog niet eerder hadden gezien. Maar de handdruk aan het begin van die dienst, is natuurlijk geen gebaar van begroeting. Het is het moment dat de ouderling (of gastheer/vrouw) die de kerkenraad op dat moment vertegenwoordigt, de leiding van de dienst aan de predikant toevertrouwt. De predikant gaat vanaf dat moment de gemeente voor, maar niet als in een “one-man/woman-show”, maar gesteund door de kerkenraad (daarom komt ook de kerkenraad gezamenlijk aan het begin van de dienst uit de consistorie – de verantwoordelijkheid voor de dienst rust niet alleen bij de predikant). De handdruk wil zeggen: jij bent gemachtigd om ons voor te gaan, om Gods Woord in jouw woorden te verkondigen. Het is een gebaar van vertrouwen.

Aan het einde van de dienst vindt er dan weer een handdruk plaats. Het voorgaan wordt hiermee afgesloten. Betekent dan de tweede handdruk, dat de kerkenraad het helemaal eens is met het verkondigde? Niet per se. Soms gebeurt het zelfs, dat een ouderling aan het einde weigert om de predikant een hand te geven. Maar dat is eigenlijk niet zin van de tweede handdruk. Met de verkondiging hoeft de kerkenraad of de gemeente het niet eens te zijn. Er mag kritiek zijn op de preek – die is zelfs welkom! Het is niet Gods Woord – feilloos, tijdloos, onomstootelijk – wat er in de dienst klinkt. Het is veel meer het zoeken en luisteren naar Gods stem door onze stemmen heen. Een predikant is meer dan gemeenteleden vrij gesteld en toegerust om naar Gods Woord te zoeken, maar daarom heeft hij of zij niet altijd gelijk. Maar – als het goed is – is er wel vertrouwen dat predikant, maar ook gemeente, met beste weten en geweten luisteren naar Gods stem en dat met elkaar willen delen. Dit vertrouwen geeft ruimte om het ook niet met elkaar eens te zijn. Om moedig te zijn en durf te hebben, ook controversiele thema’s niet uit de weg te gaan. Om profetisch te zijn, soms zelfs tot het pijnlijke aan toe. En elkaar te bemoedigen, met woorden die vaak te groot zijn voor ons, die we toch mogen uitspreken. Want een ding weten we zeker: Gods Woord is levend, doet mensen opstaan en brengt in beweging. Voorspelbaartheid, sussende saaiheid past er niet bij. Wat er wel bij past: kritisch met elkaar nadenken wat Gods Woord in het hier en nu voor ons betekent. Daarin gaat de predikant, gesteund door de kerkenraad, in de dienst voor, en wij allen gaan ermee door, bij de koffie, in gesprekken, tijdens de week. De kerkdienst is niet afgelopen met de tweede handdruk!