Bij de diensten - Wegzending en Zegen

Onlangs hebben mijn man en ik een online cursus “Gregoriaans zingen” gevolgd – wat doe je niet alles als je thuis zit vanwege corona. Dit werd georganiseer door “Wishful Singing”, een groep zangeressen die vooral gespecialiseerd zijn in Gregoriaanse muziek. Gregoriaans is de naam voor de kerkmuziek die ongeveer sinds de 9e eeuw in de kerk gebruikelijk was. Ook vandaag de dag wordt er in veel kerken nog gebruik gemaakt van Gregoriaans. Oorspronkelijk is de taal van het Gregoriaans Latijn, het is (in principe) eenstemmige muziek en een vrij ritme. Dat wil zeggen, het ritme is afhankelijk van de tekst. Ook in ons protestants liedboek zijn er veel gezangen die in de Gregoriaanse traditie van kerkmuziek staan, ook al wordt het tegenwoordig meestal in het Nederlands gezongen. Herman Finkers, u weet wel de cabaretier, is niet alleen een gelovig man die vol overtuiging in de katholieke traditie staat, maar hij is ook een grote promotor van de Gregoriaanse muziek en hij werkt vaak samen met “Wishful Singing”. Ook bij de online cursus die Frederik en ik volgden deed Finkers mee en legde het een en ander (natuurlijk met een grapje) over het Gregoriaans uit. Finkers vindt zelf dat Gregoriaans in het Latijn moet worden gezongen omdat dat nu eenmaal de taal is die bij die muziekvorm hoort. Van vertaling in het Nederlands moet hij niet zo veel hebben, want dan gebeurt het volgende, zo vertelt hij in een anekdote:

Bij de mis werd er voor het eerst een Nederlandse vertaling van een Gregoriaanse beurtzang gebruikt waarmee wordt aangekondigd dat de mis ten einde is en de gemeente mag gaan. In plaats van:

Priester: “Ite, missa est”

Gemeente: “Deo gratias”.

Werd er (letterlijk vertaald gezongen):

Priester: “Gaat, het offer is voltrokken”

Gemeente: “God zij dank”.

De week erop werd “Deo gratias” met “Wij danken God” vertaald…

Dat wij, als Protestantse kerk, uit de algemene, katholieke kerk, voortkomen waarin de oorspronkelijke taal Latijn was, is ons vaak niet meer bewust. Maar bijvoorbeeld bij de “zegen” is de Latijnse oorsprong nog wel duidelijk. Het woord “zegen” komt van het Latijnse “signum”, kruisteken. De zegen “Zegene u de almachtige God, de Vader, de Zoon en de heilige Geest” werd en wordt namelijk in de katholieke kerk door de gemeente beantwoord met een kruisteken.

De zegen is echter wel veel ouder dan de katholieke kerk. Israël kende al de zegen, hij wordt wel aangeduid als de zegen van Aaron: “De Heer* zegene u en behoede u, de Heer doe zijn aangezicht over u lichten en zij u genadig, de Heer verheffe zijn aangezicht over u en geve u vrede.” (Numeri 6:24-26)

De priesters in Israël moeten zo de NAAM van God op de mensen leggen en God zegt: “Als zij mijn naam over het volk uitspreken, zal ik de Israëlieten zegenen” (Numeri 6:27). Dat is geen tovertruc maar het gaat erom dat de NAAM uitroepen betekent dat God erbij is, in hun midden is, hun welgezind is. Wanneer de priester (of tegenwoordig de predikant) zegent, zegent niet de voorganger, maar zegent God zelf.

Eigenlijk is de zegen de samenvatting van de hele kerkdienst. Het is een gebed, maar ook een toezegging die ons bemoedigt dat God met ons mee gaat. En wanneer wij zo de zegen ontvangen, wanneer God zo met ons meegaat, kunnen wij ook zelf, de hele week door, tot zegen zijn voor anderen.

*In de zegen van Aaron komt herhaaldelijk het woord “Heer” voor. Hier staat in het Hebreeuws echter niet “Heer”, maar YHWH, de godsnaam die zoiets betekent als “Ik ben die ik ben”. Doordat met zo”n eerbied had voor de naam van God, namen de Israëlieten op gegeven moment de godsnaam niet meer in de mond. In plaats van YHWH (hoe dat ook werd uitgesproken), zei men dan “Adonai” en dat betekent “Heer”. In de tijd van Aaron werd er denk ik nog gewoon YHWH gezegd. Maar omdat het hier om de aanduiding van de godsnaam gaat, zou je in plaats van “Heer” ook net zo goed ENE, LEVENDE, BRON of NAAM kunnen zeggen. Zo komt het, dat sommige predikanten deze zegen met “Heer” zeggen en andere predikanten “Levende” of “Ene” gebruiken.